Een stukje geschiedenis
“De Barbier” aan de Eewal bezit één van de fraaiste winkelpuien van de stad. De zaak werd er na nieuwbouw in 1892 gevestigd door kapper Chr. W. Habekottée die eerst een kapperswinkel aan het Gouverneursplein had. Na een lange periode in zijn oorspronkelijke functie gebruikt te zijn, heeft het winkelpand vervolgens voor allerlei andere doeleinden gediend. 37 Jaar geleden zag het er desolaat uit; zo rond 1970 leek het met de hele Eewal bergafwaarts te gaan. Maar in 1977 kochten de gebroeders Wielinga het fraaie gebouw om er een kapperszaak te vestigen en daarmee de traditie te herstellen.
Het is niet bekend wie in 1892 verantwoordelijk was voor de architectuur van de kapperszaak. Er is wel eens het vermoeden geuit dat stadsbouwmeester Thomas Romein het moet zijn geweest, maar die is in 1881 overleden. Het meest waarschijnlijke is dat Jurjen Bruns (1841-1904) het gebouw ontworpen heeft, omdat het overeenkomsten vertoont met winkelpanden die zeker van hem zijn.
Het pand heeft een gebruikelijke indeling. Bijzonder is wel de met leien gedekte schildkap, voorzien van een forse dakkajuit. De kajuit met pilaster aan de zijkanten, zwaar geprofileerde kroonlijst en decoratieve detaillering lijkt een herhaling van de mooie pui. Ook metselwerk en kroonlijst zijn met negblokken, sluitstenen, geprofileerde lijstjes, consoles en metselmozaïek decoratief van aanpak.
De pui vormt het pronkje van het pand. Op het basement van hardsteenplaten staan gegroefde pilasters die de driedeling vormen van winkelvenster en flankerende deuren (ze heten kalven) eindigen de pilasters niet in gebruikelijke kapitelen (mandjes van krullen of loofwerk), maar in grote klossen, consoles die de basis vormen van ronde, versierde zuiltjes die de bovenlichten flankeren en de kroonlijst van de pui ondersteunen. Die kroonlijst is met veel lijstwerk versierd. In de drie vakken zaten oorspronkelijk tekstplaten van glas met “toiletartikelen”, Dames en Heeren salons” en “Haarwerken”. De platen zijn lang geleden verdwenen, ver voordat de Wielinga’s er de “De Barbier” vestigden.
Er ontbrak nog meer: de consoles onder de zuiltjes hadden als beeldreclame koppen gekregen, die in 1977 alle ontbraken. De dameskoppen waren al lang weg, maar de herenkoppen waren kort voor de vestiging van de “De Barbier” gestolen; bijzonder sneu voor de Wielinga’s die de kaptraditie in het pand gingen herstellen. Een tijd geleden kwamen de mannenkoppen, toen in Amsterdam een helersboeltje door de politie werd opgerold, weer boven water. De dieven hadden er keurig het adres opgezet en ze werden naar Leeuwarden gestuurd. De nieuwe eigenaars durfden uit vrees voor nieuwe diefstallen de koppen niet te herplaatsen.
In 1987 is contact gezocht met stucadoorsbedrijf De Haan in Leeuwarden die van kunstof vier keurige replica’s maakte. Ze zijn herplaatst en geschilderd: vier mannenkoppen, twee met baarden en twee met sikjes. De dameskoppen zullen misschien nooit meer terugkeren naar hun oude stek, maar “De Barbier” is ook een herenkapper. Met de kunststof kopieën is Leeuwarden kuststeden als Florence en Rome voor.